Buiten sporten
Maandag 30 maart, Leiden.
In het Van der Werfpark kom ik Siobhan en Demy tegen. Ze zitten midden in een work-out. “We sporten normaal al best veel toch sporten we nu meer. Van dat thuis zitten ga je ook meer eten, dus het mag ook wel! We wonen hier ook echt maar 2 minuten vandaan dus dit is ideaal.”
De dames wonen in hetzelfde studenten huis en hoeven dus niet op 1,5 meter van elkaar te sporten. Demy is inmiddels al afgestudeerd en moet veel van haar werkzaamheden vanuit huis doen. In het studentenhuis is niet echt een woonkamer. “Ik moet dus werken vanuit mijn studentenkamertje. Je kunt bedenken dat dat erg lastig is. Af en toe moet ik wel fysiek aanwezig zijn op mijn werk” vertelt Demy mij. Demy werkt als kinderpsycholoog en moet bij spoedgevallen naar de praktijk. Verder gaan alle afspraken nu via videobellen. Siobhan werkt aan haar master. “De universiteit is gesloten tot september dus ik volg al mijn vakken online. Aan het begin was de nieuwe werkwijze nog behoorlijk onduidelijk. Inmiddels komt alles op gang. Ik werk normaal het liefste in de bieb. Thuis kan ik mij vrij lastig concentreren. Toch merken we ook veel mooie dingen. Demy en ik hadden het er net nog over. We waarderen de kleine dingen meer, dingen waar je normaal niet bij stilstaat. Ook zijn we als huis dichter bij elkaar gekomen. We hebben nu ook echt de tijd om bijvoorbeeld de nieuwe meiden beter te leren kennen.”
Sinds de sportscholen gesloten is zie ik veel mensen sporten op de meest bijzondere plekken. De stad is een soort speeltuin geworden. Ik zie een man langs joggen terwijl hij zijn kinderen in een karretje vooruit duwt. Je moet toch wat als je wilt bewegen en de kinderen niet naar de crèche kunnen!